
In de Apocalyps wordt mijn ziel verbeeld als een vrouw, bekleed met de zon, de maan onder haar voeten en op haar hoofd een kroon van twaalf sterren. Ze is het middelpunt van alle energieën en zwanger van haar zoon, mijn hogere bewustzijn. Maar een grote vuurrode zevenkoppige draak met tien machtige horens bedreigt de vrouw en kijkt met argusogen naar het moment van de bevalling. Zodra het kind geboren is, wil hij het verslinden.
Die draak zit in mij en hij verstoort de balans in al mijn chakra’s. Daarvoor staan zijn zeven koppen. De tien horens vertolken zijn enorme macht. De draak is mijn ego, dat mijn hele wezen doortrekt. Zijn activiteit in mij maakt van mij een fletse afdruk, een karakter in een film, een gemaskerde persoon, een karikatuur van wie ik ben, wat ik ervaar, wat ik wil, wat ik voel, wat ik zeg, wat ik denk en wat ik niet ben. Hij misleidt mij voortdurend en trekt mij steeds weg van het pad dat ik wil bewandelen. Ik kan dat pas veranderen wanneer ik me hiervan bewust word.
De draak uit de hemel gegooid
Die draak kan alleen maar verslagen worden in de hemel. De hemel is mijn hoofd, mijn denken, mijn mind. In die hemel schijnt ook de zon. De aartsengel van de zon is Michaël, die in mijn derde oog troont. Hij gaat het gevecht aan met de draak en werpt hem op de aarde, dat is mijn hart. Michaël heeft de knop in mijn hoofd omgezet. Door anders te kijken is mijn hele wereldbeeld veranderd. En dat draai je nooit meer terug. Wie één keer goed wakker is, kan niet opnieuw in slaap vallen.
De draak kan niets meer beginnen in de hemel van een ontwaakt individu. Het kind van de vrouw is in veiligheid gebracht en kan rustig opgroeien. Maar op de aarde, dat is ons hart met alle emoties die daaruit voortkomen, gaat de draak nog als een dolle te keer. Ook in de zeeën die de aarde omringen, mijn onderbewuste gevoelens, is hij nog oppermachtig. De draak verschanst zich als banneling uit de hemel op het strand, tussen zee en land. Als ik zijn verstorende activiteit op land en zee in mezelf opmerk, laat ik Michaël eerst weer door de poort van mijn derde oog binnenkomen. Zo breng ik de rust en de balans terug in mijn buik en hart.
Het beest uit de zee
Dan verschijnt de draak vermomd als een zeemonster, het beest uit de zee. De zee is mijn buik, mijn onderbewustzijn. Het beest lijkt in alle opzichten op de draak, met zeven koppen en tien horens. De draak draagt het beest al zijn macht over. Dit beest is mijn hardnekkige geloof in alles wat mij van buitenaf kracht en hoop geeft. Mijn geloof in macht, politiek, oorlog, economie en rechtspraak, kortom mijn vertrouwen op wetten, wapens, geld en machines.
Dit beest uit de zee grijpt mij met zijn klauwen beet. Het kleineert mij, beknot mij en begrenst mij. Het maakt mijn wereld steeds kleiner. Omdat ik mijn heil búiten mezelf blijf zoeken en niet ín mezelf. Ik word zo een onmondige slaaf van wat ik zelf geloof en creëer. Waarmee dat wat ik werkelijk ben jammer genoeg nooit uit de verf komt.
Het beest uit de aarde
Een tweede beest komt tevoorschijn, deze keer uit de aarde, mijn hartstreek. Het ziet er helemaal niet gevaarlijk uit. Het heeft maar twee horens en ziet er uit als een goedaardig schaap. Maar wie oren heeft die echt horen, in de ruimtes tussen de regels en de woorden, hoort hem precies dezelfde dingen zeggen als het eerste beest en de draak. Het beest uit de aarde schept een aanlokkelijk en aantrekkelijk beeld van het beest uit de zee.
Doorzag ik het eerste beest al snel, het tweede is veel moeilijker te doorzien. Door middel van psychologische spelletjes krijgt hij mij te pakken. Dit beest sleurt mij zomaar mee in mijn oppervlakkige emoties. Dit beest is mijn eigen geloof dat ik hecht aan alles wat ik via media, films, reclame, religie en wetenschap tot me neem als waarheid, zonder daarbij nuchtere en kritische vragen te stellen.
Komisch of kosmisch?
De beesten zijn de verschillende verschijningsvormen van de draak op aarde. Ze zijn de projectie van wat je zelf gelooft. Ze laten je in de waan dat je moet kopen en verkopen om erbij te horen. Dat je steeds moet sloven, stressen en overal bang voor zijn, om maar te kunnen overleven. Ze maken je bereid om uiteindelijk zelfs je ziel te verkopen. Iets waarvan je misschien al niet eens meer wist dat je die bezat. Als bewijs dat je erbij hoort krijg je volgens de Apocalyps een stempel, merkteken, karakter of tattoo op je rechterhand of op je voorhoofd. Dat karakter of merkteken maakt dat je een karikatuur wordt van je werkelijke zelf. Figuurlijk en steeds meer ook letterlijk.
Het gaat erom: wil je jezelf zijn of toch iemand anders? Het verschil tussen écht mens zijn (ongemerkt) en karikaturaal mens zijn (gemerkt) wordt steeds zichtbaarder. Meer dan ooit staan wij mensen voor de keus. Maak je jezelf belachelijk als een onbewust komisch mens die de draak met zichzelf laat steken, doordat je zijn spel probeert te spelen en je jezelf graag door hem laat regisseren? Of leef je met een glimlach als een bewust kosmisch mens die zich verbonden weet met de overvloed van alles wat is, die graag leeft vanuit zijn hogere zelf, waar uiteindelijk geen enkele ruimte meer is voor welk beest of draak ook?
De sleutel ligt in je derde oog, de poort waardoor de engel Michaël als jouw universele en individuele goddelijke kracht binnenkomt en de draak overwint. Hij voert het gevecht tussen je kleine en je grote Ik. Hij baant de weg voor de terugkomst van jouw zoon, jouw hogere bewustzijn dat zich dolgraag wil verbinden met je ziel.
©Anthonie Roose