
Is Adam er wel klaar voor?
‘De schepping van Adam’ is een van de beroemde fresco’s die Michelangelo Buonarroti in de jaren 1508-1512 heeft vervaardigd in de Sixtijnse Kapel in Vaticaanstad. Deze schildering heeft alles in zich waar het in de Apocalyps om gaat. De schepper en zijn schepsel worden weergegeven in één beeld. Links het schepsel, de naakte mens op aarde. En rechts de schepper, God met al zijn engelen in de hemel. De linkerarm van de mens en de rechterarm van God reiken naar elkaar. God heeft de mens als materieel wezen gemaakt naar het idee van zijn eigen geestelijke wezen. De vingers van God en mens raken elkaar net niet meer of nog net niet.
God geeft Adam zijn eigen plaats en verantwoordelijkheid. Maar is Adam daar wel klaar voor? Door de verbreking van het contact met God lijkt hij maar half wakker. In zijn fysieke verschijning is hij een onwetende geworden. Half opgericht, en met enige tegenzin kijkt hij opzij naar zijn schepper. Er is weinig of geen bezieling in hem te ontdekken. Hij strekt zijn linkerhand weifelend uit, zo van: zal ik me wel of zal ik me niet laten aanraken door God?
Wordt de linkerkant van de scène gekenmerkt door passiviteit, aan de rechterkant zie ik één brok onophoudelijke en vurige activiteit. God buigt naar Adam toe om hem aan te raken in zijn hart, om hem te bezielen tot de hartstochtelijke figuur die de schepper zelf ook is. Twaalf engelen omringen God om hem te helpen zijn doel te bereiken. Ze zijn weergegeven als menselijke figuren en twee ervan vallen speciaal op. Met zijn linkerarm omhelst God een vrouw, die ook intens verlangend uitkijkt naar Adam. Zij is de Eva die Adam als zijn alter ego in zich draagt. Door zich met haar te verenigen zal het goddelijke kind geboren worden, dat rechts van de vrouw te zien is. Met zijn linkerhand wijst God nadrukkelijk op deze mensenzoon. Dit kind is het ultieme doel van God. Hij wil een tweede Adam scheppen, door de mens opnieuw geboren te laten worden. Dit is de Mens 2.0, die zijn ziel en geest, zijn mannelijkheid en vrouwelijkheid, zijn dierlijkheid en goddelijkheid in zichzelf in balans heeft gebracht.
God heeft de mens goddelijk gemaakt, maar als mens moet ik dit wel zelf ontdekken. Het is Gods grootste wens dat de wereld vol komt met goddelijke mensenzonen, die de twee polen in zichzelf tot één maken en zo een coherent en heel mens worden. Ze hebben hun mannelijkheid met hun vrouwelijkheid in balans gebracht, of hun vrouwelijkheid met hun mannelijkheid. Ze zijn geestelijk volledig androgyne en transparante wezens. Alles wat gebeurt op aarde is onaf, zinloos en vruchteloos, zolang ik als mens niet opnieuw geboren word op een spirituele manier, door opstanding of wedergeboorte, verlichting of zelfrealisatie.
Het is de geest van God zelf die mijn ziel zwanger maakt van mijn meesterzelf. Het purperen baldakijn op Michelangelo’s fresco heeft de vorm van mijn hersenen of van mijn hart, de plek van Gods troon. Het is de plek van mijn intuïtie. Vanuit de hemel van mijn intuïtie zijn God en zijn engelen actief. De hemel bevindt zich in de top en in het centrum van het universum. Mijn weten en mijn geweten hebben in dit commandocentrum van mijn ziel hun onderkomen.
Uit: ‘IK BEN HET ZELF! – De komst van de messias volgens de Apocalyps‘
