Het licht en de duisternis hebben beide hun nut en functie. Als ik slaap, vind ik het heerlijk wanneer het pikkedonker is. Hoe donkerder, hoe beter ik slaap en nieuwe kracht in mij stroomt. Maar als ik ‘s morgens wakker word, is het fijn wanneer het schemert. Dan weet ik de weg naar de badkamer een stuk gemakkelijker te vinden. Maar het felle licht in de badkamer doe ik eerst liever nog niet aan. Ik wil graag langzaam wennen aan het rijzende licht van de dag. En tijdens mijn ochtendmeditatie verkies ik het duister boven het licht, zodat ik het licht in mezelf des te beter kan ervaren.
Het donker associëren we vanouds met het kwaad of de ‘werken der duisternis’. Met het in diepe slaap zijn en nog lang niet wakker zijn. Om goed wakker te worden is er licht nodig. Om helemaal uitgeslapen te zijn is er heel veel licht nodig. Zoveel, dat ik volledig word verlicht. Het is een hel en vurig licht dat het kunstlicht van mijn ego ongenadig in het licht zet en teniet doet. Dat veroorzaakt onverdraaglijke pijn.
Licht helpt mij om te weten hoe mijn weg is. Als ik in het donker met de auto rijd, is het logisch om mijn lampen aan te hebben. Daarbij heb ik te maken met tegenliggers. Zij hebben eveneens hun lampen aan. Soms hebben ze groot licht op en dan word ik totaal verblind. Daarmee word me iets duidelijk. Het stikdonker zorgt ervoor dat ik geen hand voor ogen zie, maar verblindend licht beneemt mij eveneens het juiste zicht. Te veel licht in mijn ogen bewerkt dat ik me te pletter rijd.
Ik kan niet zonder het donker om mijzelf te laten verlichten. En ik heb het licht nodig om het donker te doorzien. En dat steeds in de juiste proporties. Alles bestaat steeds uit twee polariteiten. Licht en donker, koud en warm, zacht en hard, nat en droog, vurig en rotsig, luchtig en zwaar, boven en beneden, binnen en buiten, belichaamd en bezield, mannelijk en vrouwelijk. Wanneer er te veel duisternis is, is er geen balans en is het niet goed. Wanneer er te veel licht is, is er ook geen evenwicht. Te nat of te droog, te koud of te warm, te hard of te zacht, te zwart of te wit: het is allemaal niet in balans.
Wellicht herken je dat: je valt steeds van het ene uiterste in het andere. Als een pendule die slingert van links naar rechts en weer terug en geen rust vindt in het midden. Bedenk dat het je leerweg is op aarde. Het is de kunst om de beide polen van je tweeslachtige bestaan steeds te verbinden met elkaar. Van de twee weer één te maken. Het gaat in alles altijd om de balans. Balans of evenwicht is het toverwoord. Onbalans betekent ongeluk en ziekte. Onbalans betekent ontevredenheid en verdriet. Onbalans betekent starheid en stijfheid. Onbalans betekent zwakte en schuld. Maar balans is geluk en gezondheid. Balans is vrede, vreugde en harmonie. Balans is de vermenigvuldiging van sterke lenigheid en soepele kracht. In de ultieme balans is het goede te vinden. En het grootste goed is hemels goud, of god. In het goede komen alle uitersten samen op een perfect evenwichtige wijze. Het goede is het smalle koord, waarop de koorddanser danst als een levenskunstenaar, tussen de eindeloze diepte van het ravijn en de weidse hoogte van de hemel.
Het goede is de gulden middenweg, het juiste midden tussen rem en gaspedaal. Het goede is het middelpunt, het energetisch nulpunt, het stille oog in de orkaan van de chaos van het leven. Wat nog geen bestanddeel is van het goede is de wijde cirkel om het middelpunt heen. De omtrek is een glijdende schaal. Hoe verder iets verwijderd is van de kern van wat het goede is, hoe meer het een illusie is, een karikatuur van de echte werkelijkheid en als zodanig dus minder goed of goddelijk.
Er loopt een gulden middenweg tussen de velden van slecht en kwaad. Tussen losbandigheid en bekrompenheid. Tussen roekeloosheid en verlammende angst. Tussen verstarring en het meewaaien met alle mogelijke winden. Tussen botheid en vleierij. Tussen apathie en psychopathie. Tussen rationeel en emotioneel. Tussen instinct en intellect. Tussen gisteren en morgen. Tussen liegen en zonder blad voor de mond direct zeggen waar het op staat. Tussen haten en negeren. Tussen haast en traagheid. Tussen scepsis en naïviteit. Tussen stress en verveling. Tussen gierigheid en verkwisting. Tussen argwaan en argeloosheid. Tussen sinister links en krom rechts. Tussen verlegenheid en egoïsme. Tussen spiritistisch en materialistisch. Tussen rijkdom en armoede. Tussen onbewust en onderbewust. Tussen onderdanigheid en dominantie. Tussen straf en beloning. Tussen kennis en ervaring. Zwischen Himmelhoch jauchzend und zu Tode betrübt.
Waar het ene lijkt te bestaan ten koste van het andere, daar is het perfecte evenwicht weg. Daar heerst de imperfectie van het kwade die in hun onderlinge confrontatie met veel dwaalwegen en omwegen zich transformerend voortbewegen in de richting van het goede. Waar de twee apart van elkaar bestaan, is er niet de nodige balans en is het goede nog niet gemanifesteerd. Waar de twee naast elkaar bestaan zonder elkaar hartstochtelijk te raken en zonder in elkaar op te gaan, daar versterken ze juist hun onevenwichtige werking en worden ze binnen de kortste keren met elkaar vermenigvuldigd: een gevaar dat van twee kanten komt. Ze hebben de handen ineen geslagen zonder zich werkelijk met elkaar te verbinden: het kwaad in het kwadraat.
Maar waar de twee elkaar werkelijk raken, waar ze elkaar beroeren en samen komen, de afstoting weerstaan en in elkaar opgaan en innig met elkaar verenigd worden, daar is god, daar is het ultieme goede, het heilige, het volgroeide, het volmaakte. Dit ‘heilige der heiligen’ in ons bestaan is maar als één punt of als één lijn, zo goed als onaanraakbaar en moeilijk om daar te balanceren. Maar soms lukt het zomaar om er heel dichtbij te komen. Af en toe kun je het zelfs aanstippen, je kunt het meemaken en lijfelijk ervaren: de twee zijn één geworden. Dit is waar spiritualiteit over gaat. Op het eeuwige en beslissende moment daalt de hemel neer op de aarde. De cirkel is helemaal rond en alles valt op de goede plek. Je beleeft de eenheid van alles. Steeds vaker kun je dat meemaken, en ook op alle vlakken van je leven. In de verbinding van donker en licht vind je het goede, de liefde, het goddelijke. Precies in het gouden midden tussen het kwade en het slechte is het alleen goede aanwezig. Daar is niets anders dan de energie van de scheppende liefde.
Tussen je hoofd en je buik klopt je hart. Leg je hand op je hart en hoor wat je hart je wil vertellen. Je hart vertelt je de waarheid. De waarheid van het enige goede. Luister, heb lief en doe wat je wil. Je hebt een vrije wil gekregen om te kunnen kiezen voor het goede, dat zich altijd in het midden bevindt. Tussen losbandigheid en bekrompenheid ligt het land van zelfstandigheid. Tussen roekeloze waaghalzerij en verlammende schaamte of angst vind je de moed om te doen wat je wil doen. Tussen verstarring van je overtuigingen en het meewaaien met alle winden ben je de hoogste golven de baas. Tussen boude botheid en valse vleierij ben je duidelijk en respectvol zonder jezelf te verloochenen. Tussen apathisch en psychopathisch ligt het veld van sympathie en empathie. Tussen je verstand en je emoties ligt de schatkamer van je innerlijke weten. Op het snijvlak van instinct en intellect wordt de wijsheid van je intuïtie geboren. Tussen jou en je medemens ligt de passie en de compassie van je hart. Tussen gisteren en morgen is het eeuwige en beslissende moment, het hier en nu van het heden. Tussen veinzen of keihard liegen en onverbloemd de waarheid aanzeggen vertel je je eerlijke verhaal in al je krachtige kwetsbaarheid. Tussen haten en negeren toon je oprechte vriendelijkheid. Tussen haast en traagheid ga je geduldig stap voor stap op weg. Tussen stress en verveling doe je alleen nog waar je blij van wordt. Tussen gierigheid en verkwisting weet je linkerhand niet wat je rechter- doet. Tussen goedgelovigheid en wantrouwen zit gezonde en kinderlijke nieuwsgierigheid. Tussen argwaan en argeloosheid liggen overgave aan wat is en vertrouwen in een wereld van feiten en argumenten. Tussen elke linker- en rechtervleugel bevindt zich een romp die ze beide stuurt. Tussen verlegenheid en egoïsme schittert zuiver zelfbewustzijn. Tussen onbewust en onderbewust word je je van je zelf bewust. Tussen spiritistisch en materialistisch sta je met beide voeten op de grond en toren je met je hoofd voorbij de wolken. Tussen rijkdom ten koste van anderen en armoede ten koste van jezelf heb je precies dat wat je nodig hebt om je gedroomde leven te kunnen leven. Tussen onderdanigheid en dominantie is er gelijkwaardige verbinding op zielsniveau. Tussen bestraffing en beloning ben je tevreden en geniet je gewoon van de dingen zoals ze als zodanig zijn. Kennis en ervaring vermenigvuldigen zich tot oordeelloze en liefdevolle wijsheid. Tussen manische blijdschap en depressieve droefheid balanceren harmonie en vreugdevolle vrede. En zo kun je eindeloos doorgaan. Welke twee polen in jouw leven wil jij graag met elkaar verbinden en in perfecte balans brengen?
In het oog van de orkaan van je leven bevindt zich de stilte van het hier en nu, van je goddelijke bewustzijn, van de wijsheid en de liefde van je hart. Je hart kent de weg, als geen ander. Verbind je in alles wat je doet en laat altijd en overal met je hart: dat klopt altijd. Leef volledig vanuit je hart. Je hart is de plek waar het pure goede huist. Het is de troon van god in jou. De plek van de liefde en de wijsheid, van de vrede, de vreugde, de vriendschap, de vrijheid, het vertrouwen en de verbinding. Die plek is waar het licht het donker verlicht en waar het donker het licht binnenlaat, waar het mannelijke zich krachtig uitstort in het verlangende vrouwelijke dat niets liever wil dan het mannelijke te trekken en liefdevol in zich op te nemen, zodat het mannelijke noch het vrouwelijke nog langer ergens te vinden zijn, maar samen zijn opgelost in het niets dat alles blijkt te zijn.
De balans tussen je voelen en je denken komt tot uitdrukking in alles wat je zegt en in wat je tussen de regels door niet zegt, maar ook in alles wat je doet en laat. Ja zeggen is je deur daadwerkelijk openen. Nee zeggen is je deur ook echt dicht laten. Het volmaakte universum wordt zichtbaar wanneer je hoofd en je buik met elkaar in volmaakte balans zijn. En wanneer dat ook blijkt uit je handelen. Van je hoofd naar je hart. Van je buik naar je hart. En van je hart naar je handen en voeten. Geniet ervan als het soms zomaar lukt. Op dat ene, eeuwige punt in de tijd heb je de hemel op de aarde gebracht.