
‘Het koninkrijk is als een herder die honderd schapen had.
Een van hen, de grootste, ging ervandoor.
De herder verliet de negenennegentig
en zocht naar die éne, tot hij hem vond.
En nadat hij zich al die moeite had getroost
zei hij tegen het schaap:
Jij telt voor mij meer dan die negenennegentig.’
Evangelie van Thomas, logion 107 (vertaling Bram Moerland)
Toen ik nog een peuter was, hing er aan de muur op mijn slaapkamer een wandkleed met daarop de afbeelding van de goede herder en schaapjes. Het gaf mij toen het behaaglijke gevoel om bij die kudde te horen en te weten dat Jezus als de goede herder altijd voor je zorgt. De kerk heeft deze metafoor toegepast op zichzelf: een schaapskooi waar je veilig samen kunt schuilen voor het grote gevaar van de goddeloze buitenwereld. Niet ieder schaap in de kudde voelt zich er uiteindelijk goed bij. Je kunt je opgesloten en beperkt voelen binnen de muren van de kerk. Zo’n rebels schaapje was ik en ik vertrok. Ik zocht, dwaalde rond en ik vond. Voor de kerk was ik nu een buitenstaander, buitengesloten, voor eeuwig verloren. Maar de goede herder gaat met volle inzet op zoek naar zo’n verloren schaap om het te vinden. Hij heeft ook mij gevonden en in blijdschap omarmd. Maar hij heeft me daarbij duidelijk gemaakt dat ik ver van de kudde moet blijven. De kudde biedt alleen schijnveiligheid. Je kunt daar nooit je zelf zijn.
De parabel van Jezus over de kudde en het verloren schaap is in drie evangeliën beschreven: het gnostische Evangelie van Thomas en de bijbelse Evangeliën van Matteüs en van Lucas. In het buitenbijbelse Evangelie van Thomas vind je de meest pure en originele versie. Het is veelbetekenend dat Thomas het weggelopen schaap ‘de grootste’ noemt en het meer waard vindt dan de andere schapen. Matteüs noemt het een ‘klein’ schaap en Lucas ‘een zondaar die tot inkeer is gekomen.’ Je ziet hier in de latere evangeliën een subtiele betekenisverschuiving door het gebruik van een enkel ander woord. Dit is door de kerk gebruikt om tucht uit te oefenen en om ketters op de brandstapel te zetten. Maar geen van de evangeliën vertelt dat het schaap teruggebracht wordt naar de kudde. Dat is ook helemaal niet waar het om gaat. Het verloren schaap is wél ‘thuis’ gekomen, niet in de schaapskooi, maar in de armen van zijn goede herder. Dat wil zeggen: het heeft zijn ware zelf ontdekt. De goede herder heeft het verdwaalde en zoekende schaap gevonden.
Kuddes kom je overal tegen. Ze zijn overal waar je binnen de groep niet je zelf kunt zijn. Ieder die bijvoorbeeld nog in de luchtballon van media en politiek gelooft, maakt deel uit van de meest verbreide religieuze kudde op aarde, het statisme. Een kuddeschaap heeft leiding nodig buiten zichzelf om te kunnen functioneren. Zo’n schaap weet niet beter. Een weggelopen maar gevonden schaap daarentegen neemt zelf de leiding over. Hij beseft dat hij zelf verantwoordelijk is voor zijn leven en zijn keuzes. Het laat zich niet meer afschrikken door de waakhonden van de kudde. Het laat zich ook niet langer misleiden door herders met doorzichtige praatjes en trapt niet meer in het acteerspel van speciaal ingezette judasgeiten. Een judasgeit doet net alsof zij een schaap is zoals jij en gaat voorop. Zij lokt de goedgelovige schapen in de val en brengt ze stiekem toch weer bij de kudde. De verblinde kudde waar je maar op één manier mag denken en zijn. Maar nooit je zelf.
De schapen in de kudde zijn degenen die hun eigen weg nog niet gevonden hebben. Ze zijn nog gelovige onwetenden. De goede herder wacht in spanning op het uitbreken van elk individueel schaap. Dan kan hij in actie komen. Hij wordt echt blij wanneer een schaap het lef heeft om uit te breken en zich laat vinden. Zo’n schaap is een ongelovige wetende geworden, ‘de grootste’ in het innerlijke koninkrijk. Alleen wie zichzelf verliest en de dwingende en onderdrukkende kuddementaliteit ontvlucht, kan in zijn eenzame zoektocht de rust van echt inzicht en de wijsheid van de liefde ontvangen. De goede herder is niets anders dan je hart, dat jou met beide armen verbindt met het universum. Wat een behaaglijk gevoel! Je hart wijst je de weg en is je meester en beschermer. Alles wat je wilt en wat je bedenkt is ondergeschikt aan de stem van je goede en pure hart. Je hart is dolblij als jij het herkent als je goede herder. Als je bewust en aandachtig luistert naar deze herder in jezelf, krijg je een magisch leven, waarin niets hetzelfde blijft, maar waarin alles klopt.
Anthonie